‘Opvang in de regio’, is het een reddingsboei of een riskante overtocht? Uiteengezet vanuit twee economische perspectieven (Studie-opdracht)

Gepubliceerd op 3 juli 2023 om 09:00

Economie Paper Migratie

Lloyd-Leonard Opdam, 26-06-2023, Universiteit Utrecht, Bestuurs- en Organisatiewetenschap, Leergroep 1, Studiejaar 1, Vak: Economie en Openbare Financiën

Het maatschappelijke probleem betreft de hoge kosten die migranten uit Afrika met zich meebrengen en de impact daarvan op de Nederlandse economie. Één asielmigrant uit Afrika (elke migrant uit Afrika die hier asiel aanvraagt) kost ons €637.000,- euro (Van de Beek, Et al., 2021), dit is op basis van de nettobijdrage van een Afrikaanse migrant, berekend over de gehele levensloop, van het moment van immigratie, tot het moment van remigratie of overlijden, inclusief de kosten voor de tweede generatie. De kosten zijn hoog door de grote overheidsuitgaven bij posten als onderwijs, sociale zekerheid en toeslagen. Immigranten betalen daarbij minder belastingen en sociale premies.

Migranten uit Afrika kunnen specifieke uitdagingen met zich meebrengen, zoals taalbarrières, culturele verschillen en integratiebehoeften, die extra kosten met zich meebrengen voor de Nederlandse samenleving ten opzichte van andere migranten. Vanuit economisch perspectief is dit relevant te analyseren omdat deze kosten de overheidsuitgaven kunnen verhogen en de economische middelen kunnen beïnvloeden. Naast de druk op de woningmarkt en andere sociale voorzieningen die deze migratie veroorzaakt, zien we ook verschrikkelijke beelden uit verschillende asielzoekerscentra zoals in Ter Apel. Rechtse partijen roepen op tot een asielstop, terwijl linkse partijen beweren dat de massamigratie goed is voor de arbeidsmarkt. Linksom of rechtsom, we zitten met een migratieprobleem. Vandaag wordt er ingezoomd op een Deense oplossing die onlangs als motie is aangenomen door de Tweede Kamer op initiatief van JA21. Tijd om in te gaan op de vraag: kunnen we de kosten in Nederland omtrent asielmigranten uit Afrika met ‘de opvang in de regio’ reduceren?

Het 20e-eeuws economisch perspectief

In deze paper wordt dus ‘opvang in de regio’ uiteengezet. Deze interventie verwijst naar het idee dat migranten uit Afrika, in plaats van naar landen buiten Afrika te migreren zoals Nederland, moeten worden opgevangen in nabijgelegen landen op het Afrikaanse continent zelf. Dit moet de overheid regelen door in onderhandeling te gaan met dergelijke regio-opvanglanden. Een handeling volgens de Keynesiaanse theorie waarin de overheid weer voor stabiliteit moet zorgen in Nederland door in te grijpen. De verwachting is dat dit een serieuze oplossing is voor zowel de Afrikaanse migranten als de Nederlandse samenleving. We analyseren dit aan de hand van twee economische perspectieven, beginnend met de 20e-eeuwse blik.

De eerdergenoemde €637.000 per asielmigrant uit Afrika is door “Grenzeloze Verzorgingsstaat” berekend zonder de nareisperiode waarin volgens het CBS gemiddeld per gezinshereniging 5/6 migranten volgen. Er is gemiddeld 18% volgmigratie. De gewogen kosten van Afrikaanse gezinsmigratie zijn op € 420.000 geschat (van Duin, et al., 2015). De kosten komen daarmee op €637.000 + (0,18 × 420.000) ≈ € 712.600 Daarnaast is er 25% procent inflatie (Adema, et al., 2022) en dus komen we op een bedrag van 1,25 × 712.600 = €890.750,- per asielaanvraag van een Afrikaanse migrant. Uit onderzoek blijkt dat opvang in een EU-land aanzienlijk duurder is dan opvang in een regioland, met een factor 50 of meer (Stichting Connection International, 07-11-2022, p. 11).

Ten tweede wordt de druk op de toch al krappe woningmarkt in Nederland verminderd. Dit komt doordat er geen extra vraag naar huisvesting ontstaat vanuit de asielpopulatie die anders in Nederland zou worden opgevangen. Hierdoor blijft er meer ruimte en beschikbaarheid over voor andere inwoners en potentiële huurders/kopers op de woningmarkt. Op dit moment komen van de 30.000 statushouders, 20% uit Afrika, dit zijn dus 6000 mensen die naast de Nederlanders wachten op een woning (binnenlandsbestuur.nl, 01-11-2020). Dit zijn nieuwkomers en komen bij de nu al wachtende asielmigranten uit Afrika in Nederland. Statushouders zijn meestal relatief jong en hebben beperkte financiële middelen. Hierdoor is de concurrentie met name gericht op jonge starters die zich in een vergelijkbare situatie bevinden en eveneens beperkte financiële mogelijkheden hebben. Dat is in te zien met een getallenvoorbeeld: stel een starter staat 72e op de wachtlijst in een gemeente waar elke maand 50 woningen worden toegewezen aan starters. Dan heeft deze persoon na 72/50 = 1,4 maanden. Stel nu dat daarvan er 4 aan Afrikaanse statushouders wordt toegewezen en 46 aan reguliere starters. Dan moet de starter 72/46 = 1,6 maanden wachten op een huis en dat is 1,2 maal zolang. Dit is berekend zonder rekening te houden met de andere nog wachtende asielmigranten uit Afrika. Dan zou de wachttijd nog langer zijn geweest.

Naast de langere wachtlijsten, worden prijsstijgingen ook voorkomen.  In een krappe woningmarkt kunnen grote aantallen nieuwkomers leiden tot prijsstijgingen van huur- en koopwoningen (Jókövi, 2008, p. 32-26). Dit kan het voor andere huishoudens moeilijker maken om betaalbare huisvesting te vinden. Door de opvang van Afrikaanse migranten in de regio wordt de extra vraag naar huisvesting in Nederland beperkt, waardoor de kans op significante prijsstijgingen wordt verminderd. Kortom biedt de interventie de ruimte voor een betere allocatie van beschikbare woningen en kan de druk op de woningmarkt verminderen, waardoor meer mensen toegang hebben tot betaalbare huizen.

Ten derde maakt de interventie Nederland veiliger. Immigranten van 12 tot 65 jaar uit Afrikaanse landen als Ethiopië, Somalië en Sierra Leone zijn gemiddeld 2 tot 4 maal vaker verdachte van een misdrijf dan autochtonen (CBS, 02-03-2023). Nederland zal dus ook veiliger worden met deze interventie. Zo beheren de opvanglanden de veiligheidsrisico's door het proces van identificatie, screening en selectie van asielzoekers daar plaats te laten vinden. Dit stelt de betrokken landen in staat om potentiële veiligheidsrisico's vroegtijdig te identificeren en gepaste maatregelen te nemen voordat de asielzoekers zich naar andere landen verplaatsen. Hierdoor worden asielzoekerscentra in Nederland enorm ontlast van dergelijke activiteiten maar ook neemt de druk op de Nederlandse veiligheidsinfrastructuur af. De kosten die onderdeel uitmaken van die €890.750,- komen namelijk grotendeels voort uit veiligheidszorg die Afrikaanse migranten Nederland nu kosten. Die bedragen €83.000,- euro per asielmigrant (alleen voor asielmigranten uit de regio Somalië, Ethiopië, Eritrea, Soedan en Djibouti) (Boot, 2019). Met het doorberekenen van de 25% inflatie (Adema, et al., 2022) komt dit uit op €103.750,- euro. De kosten gemiddeld gezien per autochtone Nederlander komt durende zijn levensloop op €16.000,- (Boot, 2019). Dit is dus bij Afrikaanse migranten ruim zes keer zoveel.

Echter zijn er ook nadelen van deze economische interventie. Zo is deze mogelijke oplossing geen lange termijnvisie. Het opvangland zal na enige tijd ook vol zitten. Helemaal met de stijgende bevolkingsgroei van veel mogelijke opvanglanden. Zo is de verwachting dat Afrika in 2100 al meer dan 40% van de wereldbevolking herbergt (Dietz, 07-07-2020).

Het tweede nadeel hier is dat ondanks het geld dat deze landen van Nederland zouden krijgen er een kans is op beperkte middelen en capaciteit (wat Nederland nu ervaart). Landen in de regio als Somalië en Ethiopië hebben instabiele regeringen die corruptiegevoelig zijn (Walters, 23-06-2011). Wanneer zij het geld niet juist besteden kan het land te maken krijgen met beperkte middelen en capaciteit om aan de behoeften van de vluchtelingen en de bevolking te voldoen. Dit kan leiden tot overbelasting van de lokale infrastructuur, zoals de gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting, wat de kwaliteit van de opvang kan beïnvloeden. Dit zal naar verwachting resulteren in sociale spanningen.

Ook kan opvang in de regio leiden tot beperkte mogelijkheden voor integratie en zelfredzaamheid van asielmigranten. Wanneer mensen in naburige landen worden opgevangen, worden ze vaak geplaatst in vluchtelingenkampen of tijdelijke opvangcentra. Hoewel deze faciliteiten in eerste instantie bedoeld zijn als noodoplossing, worden ze vaak in dergelijke beoogde opvanglanden in de praktijk langdurig gebruikt (Wijnkoop, 17-05-2017, p.276-277), waardoor de mogelijkheden voor integratie beperkt zijn. In dergelijke situaties hebben asielzoekers vaak beperkte toegang tot onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg. Dit belemmert hun vermogen om vaardigheden te ontwikkelen, economisch zelfstandig te worden en bij te dragen aan de samenleving. Het gebrek aan integratiemogelijkheden heeft dus negatieve gevolgen voor zowel de asielzoekers als de ontvangende samenleving (Wijnkoop, 17-05-2017, p.277-281). Een bekend voorbeeld hiervan is de situatie van gastarbeiders in West-Europese landen tijdens de jaren 60 en 70. Veel arbeiders uit landen zoals Turkije, Marokko en andere delen van Noord-Afrika werden uitgenodigd om in verschillende industrieën te werken, maar werden vervolgens geconfronteerd met beperkte toegang tot onderwijs, taallessen en sociale voorzieningen, waardoor het moeilijk voor hen was om zich volledig te vestigen en deel te nemen aan de maatschappij.

Het 21e-eeuws economisch perspectief

De donuteconomie (21eeeuwse perspectief) biedt een bredere kijk op het vraagstuk van Afrikaanse migranten en de kosten die daarmee gepaard gaan voor Nederland. Het legt de nadruk op het belang van het evenwicht tussen sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid. Binnen dit perspectief staat het creëren van een inclusieve samenleving centraal, waarin zowel de lokale bevolking als migranten kunnen floreren. Tegelijkertijd richt het zich op de onderliggende oorzaken van migratie, zoals economische ongelijkheid, politieke instabiliteit en klimaatverandering. Het benadrukt daarnaast de noodzaak van wereldwijde samenwerking om deze problemen aan te pakken.

Met het 21eeuws economisch perspectief kunnen we ook voor- en nadelen vaststellen. In de donuteconomie (dit perspectief) is sociale rechtvaardigheid een centraal principe. Het opvangen van asielzoekers in de regio draagt bij aan het vervullen van hun basisbehoeften, zoals toegang tot voedsel, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs. Deze groep mensen ontvluchten vaak conflictsituaties en humanitaire crises, en het bieden van veilige en stabiele opvang in de regio is essentieel om hen te ondersteunen bij het opbouwen van een beter leven. Door hen de nodige hulp en bescherming te bieden daar, voorkomen we dat zij in handen komen van smokkelaars en gevaarlijke overtochten gaan maken (Muiderman, 17-05-2017, p. 160).

Daarentegen kan het opvangland andere asielwetten en -procedures hanteren, zoals het ‘Vluchtelingenverdrag van 1951’ (Piri, 17-05-2017, p. 211-214). Dit kan de toegang tot formele bescherming en rechten van Afrikaanse migranten beperken. Een goed voorbeeld is het Libië van 2011. Door destijds politieke instabiliteit en gewapende conflicten ontstonden er ernstige problemen met betrekking tot de bescherming van rechten van asielmigranten. In veel gevallen werden Afrikaanse migranten opgesloten in detentiecentra zonder duidelijke wettelijke basis, waar ze te maken kregen met mensonwaardige omstandigheden, mishandeling, uitbuiting en marteling.

Het tweede belangrijke aspect van de donuteconomie is het bevorderen van samenwerking en solidariteit tussen landen. Het opvangen van asielzoekers in de regio kan leiden tot een grotere samenwerking tussen landen in Afrika en Nederland (Muiderman, 17-05-2017, p. 161-163). Door gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de opvang van asielzoekers, kunnen landen samenwerken om de sociale en economische uitdagingen aan te pakken. De verwachting is dat dit indirecte economische voordelen oplevert voor beide landen, zoals handelsmogelijkheden in de toekomst. 

Tot slot kan de interventie daarentegen ook zorgen voor regionale conflicten. Het opvangen van een groot aantal asielzoekers in de regio kan namelijk een negatieve invloed hebben op de geopolitieke situatie. De landen waar deze vluchtelingen vandaan komen kunnen namelijk het idee krijgen dat de opvanglanden van Nederland niet achter hun staan. Het kan dan bestaande spanningen versterken of nieuwe spanningen creëren, met mogelijk negatieve gevolgen voor de vrede en stabiliteit op de langere termijn in deze regio’s.

Aanbeveling

We kunnen concluderen dat op basis van de voor-en nadelen en de waarde die de donuteconomie hecht aan zowel het welzijn van Afrikaanse migranten als de Nederlanders (ontvangende bevolking), dat men vanuit het 21-eeuws perspectief geen risico zou willen nemen en dus de opvang in de regio zou afraden. De risico’s zoals instabiliteit van opvanglanden en mogelijke extra conflicten zullen als dusdanig riskant worden gezien waardoor opvang in de regio niet zal worden beschouwd als DE oplossing van het vraagstuk. In plaats van opvang in de regio aan te raden, pleit de donuteconomie voor het zoeken naar veiligere oplossingen om de kosten met betrekking tot Afrikaanse migratie te drukken. Dit kan betekenen dat er wordt geïnvesteerd in ontwikkelingsprogramma's en samenwerking met internationale partners om de oorzaken van migratie aan te pakken en kansen te creëren in de herkomstlanden (Wijnkoop, 17-05-2017, p.177-179).

Terugkijkend met het 20eeuws economisch perspectief, naar hoe we de kosten in Nederland omtrent asielmigranten uit Afrika met ‘de opvang in de regio’ kunnen reduceren, kan men de conclusie trekken dat deze economische interventie wel DE oplossing is. Met de interventie worden er namelijk kosten op de woningmarkt, handhaving en asielprocedures drastisch verlaagd. Dit is dus hoe we de kosten van Afrikaanse asielzoekers kunnen inperken, wat gunstig is voor de economie van Nederland.

De aanbeveling is dan ook dat ondanks de kritische noten, deze interventie noodzakelijk is. Met de druk op de woningmarkt, strijd om andere sociale voorzieningen en de financiële injectie dat de inburgering van Afrikaanse migranten ons kost is het van groot belang nu echt iets te gaan doen. Daarom is de opvang in de regio, ook kijkend naar de veiligheid en de stabiliteit dat de interventie kan bieden in Afrikaanse landen, een risico die ik zou aanraden te nemen.

 

Afbeelding: VluchtelingenWerkNederland

 

Bibliografie

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.